Main content

Elke Europese lidstaat heeft de keuze om nationale inlogmiddelen voor burgers en bedrijven gereed te maken voor grensoverschrijdend gebruik. Na een evaluatieproces van de Europese lidstaten, krijgt het inlogmiddel de status 'eIDAS-erkend'. Dit wordt ook wel notificatie genoemd. Andere lidstaten moeten dit inlogmiddel vervolgens accepteren. Uw organisatie kan houders van deze eIDAS-erkende inlogmiddelen vervolgens toegang verlenen tot uw digitale diensten.

Versiegegevens

Publicatiedatum: 11 december 2020

Welke inlogmiddelen?

Welke inlogmiddelen kan mijn organisatie accepteren?

Op Rijksoverheid.nl vindt u een actueel overzicht van de erkende Europese inlogmiddelen, die uw organisatie kan accepteren.

Het inlogmiddel van Duitsland was de eerste van een inmiddels lange reeks. U kunt houders van dit inlogmiddel sinds 29 september 2018 toegang verlenen tot uw digitale dienstverlening.

Daarnaast zijn er al een aantal middelen erkend voor Europees gebruik en zijn we achter de schermen drukdoende om deze inlogmiddelen op de Nederlandse infrastructuur aan te sluiten.

Dit betekent, dat het voor uw organisatie mogelijk is om houders ervan toegang te geven tot uw digitale dienstverlening.

De inlogmiddelen DigiD en eHerkenning niveau EH3 en hoger zijn ook erkend in Europa. Op het moment dat andere lidstaten de technische koppeling met ons systeem hebben ingericht, kunt u met DigiD of eHerkenning over de grenzen inloggen.

Er worden in de komende periode meer aanmeldingen van Europese lidstaten verwacht bij de Europese Commissie. Hier is nog geen verdere informatie over bekend.

Inlogmiddelen voor Europese bedrijven

Op dit moment zijn er nog geen lidstaten die inlogmiddelen voor bedrijven hebben aangemeld voor het Europese notificatieproces. Dit betekent dat uw organisatie nog geen toegang hoeft te verlenen aan Europese bedrijven.

Meerdere inlogmiddelen

Kan een Europese gebruiker meerdere inlogmiddelen bezitten?

Ja, dit kan. Er bestaat niet altijd een vaste relatie tussen de nationaliteit van een burger, het land waar de burger verblijft en het inlogmiddel dat gebruikt wordt. Zo kan een Franse burger een inlogmiddel uit Estland hebben, ondanks dat hij/zij niet de Estse nationaliteit heeft of op dit moment in Estland woont. Dezelfde burger zou hiernaast ook een Frans inlogmiddel kunnen bezitten en in Nederland kunnen wonen.

Door een koppeltabel te gebruiken kunt u uw systemen hierop inrichten. Meer hierover vindt u in bij Toegang verlenen aan Europese burgers.